Europa en ‘religie in de publieke ruimte’
2008 Council of Europe : “Exchange on the Religious Dimension of Intercultural Dialogue ” [meeting of 4 July 2008]. Robert Jackson, rapporteur [8 April 2008] over de verschuiving die in Europa op dit terrein heeft plaatsgehad.
Sinds 2002 is er sprake van een verschuiving in het beleid van de Raad van Europa met betrekking tot haar betrokkenheid op het onderwijs over religies. Het project “De nieuwe uitdaging voor intercultureel onderwijs: religieuze diversiteit en dialoog in Europa” (2002-2005) onderzocht de manieren van lesgeven over religies in het openbaar onderwijs als onderdeel van intercultureel onderwijs. De belangrijkste voorwaarde voor het opnemen van religie als een pan-Europese topic in het onderwijs was dat, ongeacht de verschillende opvattingen over religie op het persoonlijke en maatschappelijke niveau, alle burgers het met elkaar eens moeten kunnen zijn dat religie op zijn minst een ‘cultureel feit’ is en dat kennis en begrip van de religie op dit niveau zeer relevant is voor een goede samenleving en persoonlijke relaties en dat het daarom een legitiem aandachtspunt is binnen het publieke beleid.
Het besluit om dit beleid uit te zetten velde geen oordelen over religies en hun claims. Het was een pragmatische erkenning van het feit dat de aanwezigheid van religies in de samenleving een gemeenschappelijke basis vormde waarop alle Europese landen aan het werk zouden kunnen kunnen in een educatieve context. Een waaier aan pedagogische benaderingen werd aanbevolen als nuttig voor de ontwikkeling van onderwijs over religies en overtuigingen in het kader van intercultureel onderwijs. De motivering van dit project is dus samengevat de redenering dat intercultureel onderwijs – een veld waaraan reeds lang veel aandacht wordt besteed binnen de Raad van Europa (vaak beschouwd als een subset van het onderwijs voor democratisch burgerschap) – ook de dimensie van religie zou moeten opnemen.