N.C. zedenleer

Hoe zien de vrijzinnig humanisten het levensbeschouwelijk vak eigenlijk?

Uit het leerplan voor de opleiding van leerkrachten niet-confessionele zedenleer.

Doel van de cursus NCZ

De doelstellingen voor deze cursus liggen op verschillende vlakken. Het gaat zowel om het leren verwerven van attitudes, kennis en vaardigheden, als om het opbouwen van een levensbeschouwelijk engagement.

De studenten worden opgeleid binnen de doelstellingen en grenzen van de leerplanontwikkeling NCZ. Dit betekent dat in de opleiding vijf procesdoelen voorop staan:

  •  1.Vrij en zelfstandig leren denken en handelen om te komen tot een zo groot mogelijke persoonlijke autonomie.
  •  2.Moreel leren denken, wat inhoudt dat de studenten leren ingaan tegen de onverschilligheid en betrokkenheid leren ontwikkelen.
  •  3.De waarde leren inzien van het humaniseren van de samenleving, in een poging een humane wereld op te bouwen.
  •  4.Verantwoordelijkheid leren opnemen tegenover de huidige en de toekomstige generaties.
  •  5.Het oefenen van de zingeving en leren inzien dat de individuele mens nooit de enige zindrager is.

De studenten zullen in hun opleiding leren een hoge graad van morele autonomie te bereiken en leren verantwoordelijk om te springen met de principes van het vrij onderzoek.

De studenten leren bovendien hoe zij aan jongeren diezelfde principes kunnen aanreiken en hoe ze de voorwaarden kunnen scheppen opdat die leerlingen eveneens tot een moreel verantwoord denken en handelen kunnen komen.

De studenten weten daarbij hun taak als leerkracht te kaderen rond de principes verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid en solidariteit om op die manier bij te dragen tot een meer menselijke, rechtvaardige samenleving. En dit zoals gezegd in overeenstemming met de leerplanontwikkeling van de cursus niet-confessionele zedenleer en met de basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs, groep 1.

Uiteraard vormt het aanleren van de gepaste didactiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. Vooral omdat het leerplan volledig in het licht staat van het doen, het handelen.

Fundamenten van het NCZ-onderwijs

We nemen hier de belangrijkste elementen over van de gedachtestroom die aan de basis ligt voor de zingeving en de waardeoriëntatie van de cursus NCZ:

  •  1. Er worden geen bovennatuurlijke autoriteiten ingeroepen.
  •  2. De cursus is gericht op de emancipatie van het denken en het zijn.
  •  3. De mens wordt als zelfstandig en verantwoordelijk gezien.
  •  4. Er wordt actief gestreefd naar een rechtvaardige en democratische samenleving gebaseerd op samenhorigheid.
  •  5. Het verwezenlijken van het menselijk geluk voor iedereen staat centraal. Voorop staat hier de zorg voor de levenskwaliteit van eenieder.
  •  6. Er wordt gebruik gemaakt van een wetenschappelijke fundering.

Leerplan NCZ

De inhoudelijke modules van het leerplan baseren zich op de reeds eerder beschreven leerplanontwikkeling.

Specifiek voor de leerkrachten NCZ van het hoger onderwijs werden binnen de procesdoelen thema’s uitgewerkt die de lectoren van de hogescholen moeten toelaten hun doelstellingen maximaal te realiseren binnen de specifieke context van hun hogeschool. De leerkrachten krijgen op die manier inzicht in de studie van morele verschijnselen. Ze leren ethische problemen en ethische standpunten te analyseren. Daarbij krijgen ze eveneens een basispakket filosofie aangereikt. Via kennis van het psychologisch en moreel ontwikkelingsproces van de mens in het algemeen en jongeren in het bijzonder, verwerven de leerkrachten de noodzakelijke basis om hun lessen op te bouwen. Via de vorming van de eigen persoonlijkheid, het inzicht in waardeontwikkeling en het intermenselijk gedrag, verwerven de leerkrachten inzicht in attitudevorming.

Dit alles kadert in een grondige studie van het vrij denken, de evolutie en werking van het vrij onderzoek, de vrijzinnigheid en het humanistisch waardesysteem.

De leerkrachten leren de principes van het vrij onderzoek in de praktijk hanteren om hun toekomstige leerlingen tot morele autonomie op te voeden en hen morele verantwoordelijkheid bij te brengen. Bovendien leren de leerkrachten de principes en grondslagen van de leerplanontwikkeling niet-confessionele zedenleer op een consequente, overdachte en creatieve manier te hanteren.

Voorop staat de betrachting dat leerkrachten niet alleen moraal moeten leren, maar in de eerste plaats moeten ‘doen’. Dat moet later ook hun betrachting zijn met hun toekomstige leerlingen.

Uiteraard is in de opleiding een grondige studie en analyse van de maatschappij en van alle mogelijke maatschappelijke fenomenen voorzien.

extraatje: omzendbrief Coens

Qua geest van de lessen staat de RIBZ nog altijd achter de principeverklaring die toen, krachtens de omzendbrief van minister Coens van 2 juli 1986, bij de leerplannen NCZ moest gevoegd worden en die opgesteld werd door leden van de niet-confessionele gemeenschap:

“Alvorens de doelstellingen te formuleren omtrent de cursus N.C.Z., volgen hierna enkele begrippen. Zij verduidelijken zowel het kader als de geest waarin de leerkracht de cursus N.C.Z. geeft.
Met levensbeschouwing wordt bedoeld de wijze waarop de mens aankijkt tegen de vragen over de zin van het bestaan in verhouding tot zichzelf, tot zijn medemensen en tot zijn omgeving. De levensbeschouwing kan zich onder meer uiten in een niet-confessionele of een confessionele levenshouding. In zijn maatschappijvisie zoekt de mens een antwoord op vragen over de organisatie en het functioneren van de maatschappij. Verscheidenheid van uitgangspunten inzake levensbeschouwing en maatschappijvisie is eigen aan een niet-confessionele levenshouding. Eerlijkheid tegenover zichzelf en eerbied voor het anders-zijn zijn er grondslagen van. Het kan noch mag de bedoeling zijn de lessen zedenleer ten dienste te stellen van, of te geven in functie van standpunten van een bepaalde maatschappijopvatting of een dogmatische leerstelling. Wars van iedere vorm van indoctrinatie ontleedt en verklaart de cursus NCZ de overtuigingen, waarden, menselijke gewoonten, gebruiken en gedragingen. Bij deze studie betrekt zij onder meer ethische, filosofische, juridische, socio-culturele, esthetische, psychologische, ecologische, etnologische, antropobiologische, neurofysiologische, economische, actuele en historische begrippen en inzichten die de dynamiek in de maatschappij weergeven. De cursus N.C.Z. hanteert het VRIJ ONDERZOEK als denk- en werkmethode. Veelzijdige interpretatie en veelzijdige waardenvorming, alsmede geregeld in- vraag-stellen van eigen bevindingen zijn essentiële kenmerken van de leeractiviteiten. Het denken mag zich aan niets onderwerpen tenzij aan de feiten zelf. Vrij onderzoek en éénzijdige duiding zijn niet met mekaar te verzoenen. Bijgevolg kan de leerkracht nooit een specifieke wijsgerige leer verdedigen. Op bepaalde punten nochtans – en wanneer de omstandigheden ertoe nopen – moet de titularis op bedachtzame wijze getuigenis kunnen afleggen van zijn persoonlijke morele overtuiging en de grondslagen ervan. Ook aan de leerlingen moet die ruimte worden geboden. De cursus N.C.Z. is positief opgebouwd. Kritische benadering mag noch leiden tot negativisme, noch tot onvoorwaardelijke veroordeling van leerstellingen die in andere levensbeschouwelijke vakken worden voorgehouden. Het op wetenschappelijke wijze leren confronteren van diverse standpunten en opinies moet de leerlingen helpen bij het opbouwen van persoonlijke en gefundeerde waarden. Het is de taak van de leerkracht zedenleer hen daarbij alle bekende en beschikbare bronnen en middelen aan te reiken. Deze werkwijze biedt de leerlingen de mogelijkheid de eigen mening in vraag te stellen. De cursus N.C.Z. steunt op en bevordert de verdraagzaamheid, die stoelt op ieders recht op eigen mening.”