PEGO

De protestants-evangelische godsdienst (PEGO) (leerplan- algemeen)

Deze godsdienst bestaat op zich niet, maar is het resultaat van een administratieve overeenkomst tussen de “Verenigde Protestantse Kerk in België” (VPKB) en kerken en gemeenschappen die zich aangesloten hebben bij de “Federale Synode” (doorgaans “evangelisch” of “pentecostal”). De leerlingen komen de laatste jaren opvallend vaak uit Afrika en Zuid-Amerika en zijn verbonden met geloofsgemeenschappen die bij geen van beide vleugels zijn aangesloten. Het leerplan probeert de extreme tendensen die aanwezig zijn te beteugelen. De einddoelen zijn het resultaat van jarenlang intern ‘inter-levensbeschouwelijk’ overleg binnen deze denominatie. Dit leerplan bevat elementen van learning about religion (bijv. als het over de andere godsdiensten gaat), learning from religion (de eigen levensbeschouwelijke vorming van de leerling), maar biedt de leerstof duidelijk aan vanuit het binnenperspectief en is dus in essentie een vorm van teaching into religion. Het leerplan is zich bewust van de seculiere schoolomgeving en de levensbeschouwelijk plurale samenleving.

Algemene Doelstellingen PEGO

  1. De leerlingen verwerven een grondige bijbelkennis en zijn in staat de grote lijnen en de unieke betekenis van de bijbelse boodschap voor het geloof te verwoorden. De leerlingen ontwikkelen openheid, eerbied en liefde voor God. De leerlingen weten dat de Bijbel aanzet tot het maken van een doordachte geloofskeuze ten aanzien van haar boodschap en het getuigenis over God en Jezus Christus
  2. De leerlingen zijn in staat de historische, ethische, sociale en culturele betekenis van de Bijbel voor hun persoonlijk leven, voor gezin en familie, voor kerk of gemeente en voor de maatschappij te herkennen en te beschrijven. De leerlingen ontwikkelen een besef dat het geloof zich uit en beleefd wordt in woord, beeld, gebaar en zang. De leerlingen kunnen bijbelse normen en waarden verwoorden en zijn in staat belangrijke levensvragen vanuit de Bijbel te belichten. De leerlingen ontwikkelen in hun groei naar volwassenheid een verantwoord gedragspatroon in hun persoonlijk en sociaal leven, gefundeerd op bijbelse waarden en normen. De leerlingen leren liefde en respect op te brengen voor de naaste ongeacht zijn ras, geslacht, overtuiging of etnische afkomst.
  3. De leerlingen zijn in staat de joodse wortels van het christendom te verwoorden. De leerlingen kunnen de grote lijnen van de geschiedenis van het christendom weergeven. De leerlingen kunnen grote christelijke stromingen en protestants-evangelische denominaties beschrijven en hun eigen levensbeschouwing daarin plaatsen. De leerlingen kunnen belangrijke niet-christelijke religies en filosofische stromingen in grote lijnen weergeven.

(Deze doelstellingen dienen aan het eind van de schoolopleiding, onderscheiden naar niveau en onderwijsvormen bereikt te worden)

Einddoelen PEGO / secundair onderwijs

  1. De leerlingen verdiepen hun inzicht in het wezen, de boodschap en de achtergronden van de Bijbel.

    1.1 De leerlingen ontwikkelen openheid, eerbied en liefde voor de Bijbel als Gods woord.

    1.2 De leerlingen verwerven inzicht in opvattingen over inspiratie en ontstaansgeschiedenis van de Bijbel.

    1.3 De leerlingen verwerven kennis van samenstelling en structuur van de Bijbel.

    1.4 De leerlingen verwerven inzicht in onderlinge verbanden in de Bijbel.

    1.5 De leerlingen verbreden hun kennis van de historische en aardrijkskundige achtergronden van de Bijbel.

  2. De leerlingen verdiepen hun inzicht in de betekenis die het geloof in God en Jezus Christus in hun leven kan hebben.

    2.1 De leerlingen verwerven inzicht in de belangrijkste christelijke geloofspunten en hoe deze vanuit de Bijbel gefundeerd worden.

    2.2 De leerlingen verwerven inzicht in algemene levensvragen en de antwoorden die hierop vanuit de Bijbel gegeven kunnen worden en zij ervaren de relevantie ervan voor hun eigen leven.

    2.3 De leerlingen verwerven inzicht in ethische vraagstukken en de wijze waarop ethische principes aan de Bijbel kunnen worden ontleend.

    2.4 De leerlingen leren hoe zij, uitgaande van de Bijbel, hun eigen ethische maatstaven kunnen ontwikkelen en toepassen en tonen zich gemotiveerd om dat te doen.

    2.5 De leerlingen ontwikkelen en aanvaarden in hun groei naar volwassenheid hun eigen identiteit mede ten aanzien van relaties en seksualiteit.

  3. De leerlingen verwerven inzicht in het ontstaan van het Christendom en de verschillende christelijke kerken.

    3.1 De leerlingen verwerven inzicht in het ontstaan van het christendom vanuit het Jodendom.

    3.2 De leerlingen kennen de grote lijnen van de kerkgeschiedenis en vormen in het licht daarvan een kritische visie op hedendaagse ontwikkelingen.

    3.3 De leerlingen kennen de hoofdlijnen van de geschiedenis van de Reformatie, in het bijzonder van de zuidelijke Nederlanden.

    3.4 De leerlingen hebben inzicht in het protestantisme in België en kunnen zich situeren in de pluriformiteit ervan.

  4. De leerlingen ontwikkelen vanuit een Bijbelse levensvisie een open houding ten aanzien van de samenleving.

    4.1 De leerlingen verwerven inzicht in andere godsdiensten en levensbeschouwingen en leren hierover kritisch na te denken in het licht van de Bijbel.

    4.2 De leerlingen verwerven inzicht in de levensbeschouwelijke en ethische aspecten van belangrijke terreinen van het hedendaagse leven zoals wetenschap, cultuur en sport.

    4.3 De leerlingen verdiepen zich in vragen met betrekking tot de verhouding van geloof en politiek en ontwikkelen een verantwoordelijke houding ten aanzien van maatschappelijke en economische problemen.

    4.4 De leerlingen ontwikkelen een respectvolle houding tegenover anderen ongeacht ras, geslacht of overtuiging en verwerven inzicht in de samenhang tussen godsdienstvrijheid en verdraagzaamheid.

    4.5 De leerlingen bezinnen zich op de opdracht van Christus om zijn getuige te zijn in deze wereld.

Links: